Magyar Vizsla of Hongaarse Staande Hond |
|||||||||||||||||||||
(FCI 7e groupe, Chiens d'arręt continentaux, type braque, section 1) |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
door Tonnie Niessing Over de historie van de Magyar Vizsla in Nederland is al meer beschreven maar dat gebeurde dan alleen over de eerste Magyar Vizsla Thora. In het volgende verhaal probeer ik een totaalbeeld van de historie te creëren van de Magyar Vizsla in Nederland. We moeten hiervoor wel even terug in de geschiedenis. Met veel moeite proberen we te weten te komen wat er precies gebeurd is met de Magyar Vizsla’s in Nederland.
Zeker is het wel
dat de eerste Magyar Vizsla’s in 1953 aangemeld zijn bij de Raad van
Beheer in Amsterdam. Hoe kwam Thora in Nederland? Het was september 1952 toen de familie Knip in Oostenrijk een bergtocht maakte. In een berggroep van de Goldberg Gruppe tegen de Oostenrijk-Joegoslavische grens. Daar waar ze na een wandeling op 1800 meter hoogte een berghut binnen gingen gebeurde het allemaal, wat later de eerste Magyar Vizsla naar Nederland zou brengen. De waardin van de berghut had een Magyar Vizsla. Zij vertelde dat haar deze Vizsla geschonken was door een Hongaarse baronnesse toen ze nog als kokkin gewerkt had. De baronesse (Elizabeth Milhalyi) ging in Amerika een nieuw bestaan opbouwen en had deze hond Thora aan de kokkin van een groot hotel toevertrouwd. Deze Vizsla zou het niet lang meer maken want de winters waren veel te koud voor deze lieve Vizsla, vertelde de waardin. Na wat heen en weer gepraat mocht de heer Knip deze Vizsla meenemen. Toen Knip in Amsterdam op het Rokin hoorde wat voor soort hond hij had gekregen, is hij in 1953 terug gegaan naar Oostenrijk. Dit om de afstamming van Thora te achterhalen. Zo kwam de heer Knip bij een apotheker in Wenen terecht, die tot zijn verbazing nog vier van deze Vizsla’s in bezit had. Op een andere plaats in Wenen leefde nog meer Vizsla’s. Een dierenarts genaamd Dhr Hofbauer had Panni XV ook gekregen van de Baronesse. De heer Hofbauer was ook in bezit van Betyar. Panni XV werd twee keer in Oostenrijk gedekt. Eerst in 1948 door Betyar (Betyar is de als eerst geregistreerde Magyar Vizsla van Oostenrijk met als stamboomnummer Ung Nr..K.1) waaruit 7 pups geboren werden o.a. Csilla, Csárdás, Csatt en Csitri von Kömlöd. Enkele jaren later het tweede nest door Phylax waar twee pups uit voort kwamen. Thora had ook nog een broer maar die is niet oud geworden. Hij stierf al op jonge leeftijd. Phylax was een Vizsla uit Klagenfurt. Men moest echter wel aan kunnen tonen dat Phylax raszuiver was. Phylax was op een hondententoonstelling geweest en daar had men deze Magyar Vizsla als raszuiver geboekstaafd. Het was voldoende om de vader van Thora in het Oostenrijkse honden stamboom op te nemen. Phylax kreeg het Nr. Ung.k. 66. en Thora Ung.k. 67. Dat verklaarde later waarom deze stamboom- nummers zo dicht bij elkaar lagen. De geboortedatum van Thora is nooit bekend geworden. Evenmin de leeftijd waarop Panni XV Thora gekregen heeft. Panni XV zou rond de 9 a 11 jaar geweest moeten zijn. Wel staat vast dat Panni XV geboren is op 13 mei 1940 in de von Kömlöd kennel in Hongarije. Zij heeft een Hongaarse stamboom wat terug gaat tot de eerste telling rond 1917. Haar stamboomnummer is O.V.C. I 923. Panni XV werd ruim 17 jaar oud.
De Eerste Magyar Vizsla Pups in Nederland
Omdat de heer Knip kontakten in Oostenrijk had kon hij Thora al in 1953 laten dekken door Csárdás v. Kömlöd (zoon van Panni XV en Betyar). Hij had het Oostenrijkse stamboom Nr. Ung.K.37. Uit deze combinatie werden op 5 november 1953 de eerste 5 Nederlandse Vizsla’s geboren. Ze kregen de volgende namen Síksági als kennelnaam en als roepnaam: Patjas, Phandur, Pasztor, Patko, en Panni. Deze Vizsla’s werden in de Bijlage G-2 ingeschreven als 3,4,5,6 en 7 Vizsla’s in Nederland. Inmiddels had de familie Knip ook al een jonge Vizsla reu uit Oostenrijk in huis gehaald. De op 25 juni 1952 geboren reu Mocskos v. Dravavölgy had hij met veel moeite van een apotheker in Wenen mee gekregen. Ook Mocskos zou na het behalen van het Nederlands kampioenschap huwen met Thora v.Kömlöd. Uit deze combinatie werden op 6 juni 1955 de volgende 6 Vizsla’s geboren: Csatt, Csárdás, Csány, Csurgo, Csepreg en Csilla Ook de vader Mocskos, van het tweede nest had een Oostenrijks stamboom met als Moeder Csilla V. Kömlöd, Ung.k.6, en vader Grog v. Schloss Loosdorf ,Ung.k.20. Beide ouders van Mocskos hadden Panni XV in hun bloed zitten. Ook in dit nest was er duidelijk sprake van sterke lijnteelt. Men had echter niets anders om mee te fokken. De Vizsla (Nederlands kampioen) Siksagi Panni uit het eerste nest en de reu Siksagi Csatt uit het tweede nest werden maar liefst drie keer gekruist. Ook nest broer Csatt en zus Csilla werden nog een keer gekruist met als gevolg maar liefst 11 pups. Deze waren geboren op 16 september 1960. Uit de laatste combinatie werden 7 Vizslas weer gebruikt voor de fokkerij. In totaal krijgen 38 Vizsla’s uit 6 nesten de naam Siksagi mee. Inmiddels hadden al meer mensen zich verdiept in de Magyar Vizsla en zo werd in 1958 vanuit Amerika de derde import gedaan door de familie Boley. De pup Dina von Schonweide kwam op 4 maart 1958 op schiphol aan. Dina had op de stamboom Oostenrijks, Czechoslowaaks en Hongaars bloed. Ze was tijdens een vakantie in Amerika gefokt door de Oostenrijkse mevrouw von Maner. Dina huwde in 1960 met Darko von Grombach die als vierde Magyar Vizsla in 1959 naar Nederland kwam. Ook deze Vizsla kwam weer uit Oostenrijk. Darko was een zoon van de inmiddels bekende reu Rheingold v Trutzhof die je ook op veel oude stambomen tegen komt. Zo werden op 23 oktober 1960 als vierde Vizsla nest in Nederland in de kennel vh Land v Ravenstein 4 reuen en 4 teven geboren. Uit deze combinatie werd op 27 september 1962 nog eens 3 reuen en drie teven geboren die nog steeds in de bijlage werden ingeschreven. Uit deze lijn kwam op 27 april 1964 De Chariten kennel voort. Uit de Vizsla teef Frissie vh land v Ravenstein en de Oostenrijkse Tenno v Trutzhof werden 5 reuen en 2 teven geboren met de kennelnaam van Chariten. Geďmporteerd
tussen 1952 en 1959 zijn de volgende Vizslas:
Atout vom
Lehmbichl
Reu Imp Oostenrijk
Geb. 7 april 1959. Verder werden er in 1966 nog 1 reu en 2 teven uit Hongarije geďmporteerd. De reu Gerecsi Elias Ezsaias, geboren 10 juli 1966. En twee teven uit één nest met de namen Pasareti Baki en Pasareti Bajos, geboren 13 juni 1966. De reu Gerecsei Elias Ezsaias en de teef Pasareti Bai werden de start van de Magas Ezak Kennel die op 19 mei 1968 een nieuwe lijn bracht. Maar ook Pasareti Bajos kreeg met dezelfde reu nieuwe Vizsla's in Nederland! Er zullen wellicht meer Vizsla’s in deze periode geďmporteerd zijn maar deze zijn dan niet aangemeld bij de Raad van Beheer dus ook niet geregistreerd. In 1970 zijn we weer verder gegaan met het importeren van de Vizsla. Uit de volgende landen zijn vanaf 1952 tot en met 1984 geďmporteerd:
Totaal. 20 Reuen 44 Teven. 64 Vizsla’s De Nederlandse historie van de Magyar Vizsla deel II. Deze zal later uitkomen. In de historie deel II gaan we vanaf 1984 tot het heden. Mocht er iemand nog informatie of andere gegevens hebben die van belang kunnen zijn voor dit artikel. Laat het weten, bij voorbaat dank.
Afkortingen uit
het artikel zijn; B-G-2, Ung.K. en O.V.C.
The Vizsla is a Hungarian hunting dog which probably descended from two ancient breeds: the Transylvanian hound, and the Turkish yellow dog (now extinct). In more recent times, the blood of the German Shorthaired Pointer and the Pointer has been added to the Vizsla. After World War II, the breed was nearly extinct. Hungarians saved some individuals and built the breed up again. After World War II, when Russians took control of Hungary, the native Hungarians feared all the Vizsla would be killed by the Russians, because owning a Vizsla was a symbol of aristocracy. Some devotees smuggled Vizslas out into Austria and to other countries, including America. The name "Vizsla" in Hungarian means, "pointer." The Vizsla is a fine retriever with an excellent nose, and is a good small game and bird hunter and pointer - even on marshy terrain. They have also been successful obedience competitors. The breed's gentle, friendly disposition makes them well-suited to their role as a family companion dog.
|